image/svg+xml

Piet Tillema: 'We moesten er zo weer uit, omdat de politiek dat wilde'

Verhaal

Piet Tillema: 'We moesten er zo weer uit, omdat de politiek dat wilde'

Plaatje bij verhaal: 9_oversteken_kali_feb48.jpg

Piet Tillema: 'In Salatiga bereidden wij ons voor op de Tweede Politionele Actie. Toen die kwam – we rekenden erop dat we met paardjes erheen moesten en al ons materiaal mee moesten sjouwen, dat bleek dus achteraf niet het geval – we gingen naar het vliegveld en daar werden de spullen in de vliegtuigen gezet, dakota’s en die brachten ons naar Jogjakarta. Dat liep heel anders dan wij dachten. Het is goed geheim gebleven kennelijk. De situatie in Jogjakarta was niet zoveel anders. Ik kan mij nog een paar keer herinneren dat ons ziekenhuis werd beschoten en dat wij erop af moesten met vijf jongens, geloof ik. Het eerste punt: waar zitten die jongens? Wie beschieten ons?  We moesten die jongens eruit jagen natuurlijk. Het waren geloof ik maar één of twee mannen, die snipers, die zich ergens verborgen hoog in de boom. Wij op de grond zoeken natuurlijk en zij zaten in de boom. Ik had alleen een pistool. Ik mocht niet verleid worden te schieten.

Bij de grote aanval in Jogjakarta waren verhoudingsgewijs weinig echte gewonden, maar aanmerkelijk meer dan wij gewend waren. Benen, armen, schotwond hier, kogeltje daar. Het kon van alles zijn. Gelukkig hadden we een goed ziekenhuis gevonden en gezegd: “De rest eruit, wij erin.” Ja, zo gaat dat: Welke ziekenhuizen waren er? Welke kiezen we? Welke ligt een beetje veilig? Welke kunnen we goed beveiligen? We moeten ook niet te groot zitten. Zeker ook niet te klein natuurlijk. En dan kozen we eigenlijk gezamenlijk. Er waren ook al veel voorinlichtingen gedaan door de inlichtingendienst. Daar heb ik zeer groot respect voor. Wij erin met onze gewonden en zij met hun gewonden er maar uit. In Jogja was het oogziekenhuis van dokter Tan. Die had daar een oogkliniek. Die kliniek was goed voor ons.

Eén van de eerste patiënten die wij kregen was één van die onderhandelaars, want zijn duim was eraf geschoten. En toen is hij naar ons ziekenhuis gebracht en daar hebben ze alles weer goed gekregen. Die man is ons eeuwig trouw gebleven. We hadden een bataljonspredikant, die bezocht de zieken allemaal. En dan hadden wij natuurlijk wel administratieve plichten te doen. We moesten zorgen dat het in Nederland bekend werd. Zelf schreven die jongens daar ook niet over naar huis. Ik kon niet veel meer voor de gewonden doen dan een bloempje brengen aan bed. “Zo, lig je hier? Het zijn de beste artsen die we in Indonesië hebben. Ze maken je wel beter.” Of zoiets.

Toen kwam het bevel om ons terug te trekken. Verdomme, hebben we dat gewonnen allemaal en moeten we het weer opgeven. Dat vonden we allemaal erg vervelend. Het moest toen maar. Er is heel wat heen en weer gepraat en geschreven voordat we ordelijk het slagveld verlieten, ons prooi verlieten. Generaal Spoor is speciaal overgekomen om ons te sussen. We hadden dat met bloed vergeven bemachtigd, die positie daar en dan zouden we er zo weer uit moeten, omdat de politiek dat wilde. Daar waren zeer veel mensen zeer ontevreden over. Toen is hij overgevlogen om dat een beetje goed te praten. Dat is verder ook goed verlopen hoor.  Ik heb wel groot respect voor onze terugtocht uit Jogjakarta. Dat bevel dat gegeven was, 30 bladzijden: voor elk onderdeel werd aangewezen wat hij op dat uur en dat uur moest doen en waar hij op letten moest en hoe dat ging en dat hij niet eerder weg mocht daar dan wanneer dit… Dat was een goed in elkaar gezet schaakspel. Dat heeft De Lange, brigadecommandant, heeft dat uitstekend gedaan met zijn mannetjes.'

 

Auteur:Ewout van der Horst
Trefwoorden:Indiëgangers, Operatie Kraai
Personen:Piet Tillema
Periode:1948-1949
Locatie:NL
Thema's:Operatie Kraai

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.