image/svg+xml

Piet Tillema: 'Die venerische ziektes wilden ze wel graag hebben'

Verhaal

Piet Tillema: 'Die venerische ziektes wilden ze wel graag hebben'

Plaatje bij verhaal: 28_vrouwen_wassen_zich_in_kali.jpg

Piet Tillema: 'Een groot probleem waren de venerische ziekten. Ik kan mij nog wel herinneren dat de huzaren van Boreel, die wij bij onze brigade hadden, een keer de vlag uithingen. Wat was er nou aan de hand? De laatste had zich gemeld bij de afdeling venerische ziekten van het ziekenhuis. Nou hebben ze het allemaal! Dat was ook een pak werk. Dan had je een zaaltje met 30 man soms, die moest je dus wel genezen, want zij zochten vaak verontschuldigingen om niet weer terug te moeten naar de frontlinie. Er waren er heel wat van die onderdelen op heel verlaten voorposten, met z’n dertigen en ook maar schietschijf van buitenaf. Daar voelden ze zich vaak helemaal niet lekker van die jongens. Daar wilden ze niet graag weer naar terug. Die venerische ziektes wilden ze wel graag hebben.

Aan preventie deden we niet, zover ik mij kan herinneren. Wel aan verbale voorlichting. Er werd wel gezegd: “We moeten eens naar dat onderdeel, want daar zijn er teveel die te laat binnenkomen.” Dan werd er weer uiteengezet hoe pure ellende het is als je een venerische ziekte had. Het woord druiper was een gewoon woord, waar wij dagelijks mee worstelden. Ik heb de uitspraak gedaan en dat is ook zo in oorlogssituaties: “Moedig mannen aan om seksueel actief te zijn!” Daar zijn allerlei redenen voor: de spanning waarin zij verkeerden. En dat niet alleen. Maar ook de droom dat als ik het hier en nu niet doe, seksueel actief zijn, dan zal het mijn hele leven nooit gebeuren. Het was een chronische aangelegenheid, wat natuurlijk al die militairen bezighoudt. We zijn weleens een vrouwenpop tegengekomen, helemaal van leer gemaakt, die je Japanners gebruikten om daarmee even hun kunsten te vertonen.

We werden wel een beetje gevreesd wel. Ja, daar komen ze weer: “Wat zullen ze nu hebben?” We hadden natuurlijk wel begrip voor het feit dat ze weleens verkeerd gingen, wetende dat daar twee grote gevaren in zitten. Het ene gevaar is de venerische ziekte. Het tweede gevaar is spionage. Hoe vertrouwelijk zijn ze met die meisjes dan gedurende enige tijd? Daar zijn wij zelf ook ingetrapt. We hebben lange tijd een secretaresse uit de omgeving gehad, die - later bleek - de kopieën van de brieven die ze stuurde altijd in de zak meenam naar huis.'

Auteur:Ewout van der Horst
Trefwoorden:Indiëgangers, Soldatenleven
Personen:Piet Tillema
Periode:1947-1950
Locatie:NL
Thema's:Aan het front, Soldatenleven

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.