image/svg+xml

Nico Teijken: 'Wij moesten naar Indië zonder een schot gelost te hebben'

Verhaal

Nico Teijken: 'Wij moesten naar Indië zonder een schot gelost te hebben'

Plaatje bij verhaal: 2_schalkhaar_nov46.jpg

Nico Teijken: 'Van de ene oorlog kwam ik in de andere. Ik kreeg een oproep voor een keuring. Ik moest meteen opkomen in Schalkhaar in de Westenbergkazerne. Daar zijn we zowat niet geweest, want het vroor dat het kraakte die winter. We waren meestal thuis en moesten er alleen naartoe om inentingen te halen voor de tropen. Ik ben toen ingedeeld bij 4-5 RI. We wisten dat we naar Indië gingen. Bij een ander bataljon was nekkramp uitgebroken. Toen moesten wij vervroegd naar Indië toe, zonder een schot gelost te hebben. We hebben helemaal geen training gehad. Op de boot kregen we wel militaire training, hoe een geweer werkte en een stengun in en uit elkaar halen. Zonder te schieten natuurlijk. Er waren mensen die eerder in de tropen waren geweest bij ons. Die vertelden dat we niet met vrouwen moesten omgaan, dat er veel geslachtsziekten waren. In feite kregen we seksuele voorlichting. Dat was ook wel nodig bleek later. Verschillenden kregen een geslachtsziekte.

We waren met 2000 man op de boot, een oude vrachtboot, de Kota Baroe. 4-7 RI was ook bij ons aan boord. De reis was wel goed. Ik werkte in de keuken, dus ik kon genoeg eten. We hadden Engelse voeding. ’s Morgens kregen we al spek bij het ontbijt. Dat waren wij niet gewend. Er werd goed gegeten aan boord. Als één van de officieren jarig was of zoiets, werd er wat extra’s gemaakt. Ik was gewoon hulp, moest afwassen enzo. We hebben lang op de boot gezeten, 40 dagen. We kregen ook een geval van nekkramp aan boord. Dat was vlak voor de kust van Sumatra. Toen moesten we naar Singapore, om van die grote pillen te halen die we allemaal moesten slikken. We hebben drie dagen op zee stilgelegen. We hielden nog roeiwedstrijden.

We zijn eerst naar Palembeng gegaan. Er waren nog krijgsgevangen Jappen. Die moesten de barang [goederen] van 4-7 RI lossen. Ze waren zo nederig als wat. Ze bogen voor je. Dat konden wij helemaal niet hebben. De Jappen zagen er allemaal even dik en vet uit en de bevolking was zo mager als wat. Ze wachtten totdat ze weer naar Japan teruggingen. Wij zijn vier dagen in Palembang geweest. We hebben wat rondgereden naar olieraffinaderijen enzo, allemaal machtsvertoon. Toen zijn we ingescheept naar Soerabaja. We kwamen aan in Tanjung Perak, de haven. Er stonden allemaal tonnen met water. Het hele bataljon stond naakt op de kade, want je mocht alleen gepoetst en schoon aan land. Op de boot hadden we tropenuniformen uit een Engels depot gekregen, maar geen schoeisel. We werden in Soerabaja gelegerd. We kregen een pakket uitgereikt met een stuk zeil en stokken. Daar moesten we een tampatje, bed van zien te maken. Dat was een mooie toestand. In Soerabaja kregen we trainingen van officieren en van mensen van de KNIL. We leerden om te schieten. Ik kon heel goed schieten. Ik heb een keer een eerste prijs gewonnen, maar dat had ik nooit moeten doen, want toen kreeg ik een mitrailleur. Ik moest met die rottige mitrailleur met affuit overal heen sjouwen.'

Auteur:Ewout van der Horst
Trefwoorden:Indiëgangers, Militaire dienst, Bootreis
Personen:Nico Teijken
Periode:1946-1947
Locatie:NL
Thema's:In militaire dienst, Naar Indië

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.